Genoegredacteur Ilse Ariëns probeert elk jaar in de vastentijd een gewoonte te doorbreken. Dit jaar is dat douchen. Veertig dagen zonder, is dat niet érg onfris? Je leest het hier elke maandag tot aan Pasen.
Mijn opa en oma hadden hun leven lang geen douche, zelfs geen badkamer. Ik logeerde er vaak en waste me dan ‘aan de pomp’. Heel vroeger, ver voor mijn geboorte, hadden ze inderdaad een waterpomp in de tuin. Maar later werd dat de keukenkraan. Je waste je bij de gootsteen, met een washandje en koud water. Hadden mijn haren een wasbeurt nodig, dan warmde mijn oma water in een keteltje. Zo ging het in vervlogen tijden, dacht ik.
Maar begin dit jaar interviewde ik voor Genoeg Green Evelien, een jonge Belgische die met haar vriend en kinderen zo ecologisch mogelijk probeert te leven. Evelien bleek ook nooit te douchen. ‘Onmogelijk!’ was mijn eerste reactie, maar al snel dacht ik aan mijn opa en oma. Die waren voor zover ik me herinner beslist niet minder fris en verzorgd dan andere mensen. Ik begon ook na te denken over mijn eigen wasritueel: minstens vijf keer per week een douchebeurt. Onontbeerlijk als je bezweet na het hardlopen of modderig na het moestuinieren thuis komt, toch?
Het idee van niet douchen bleef in mijn hoofd hangen, tot ik zoals elk jaar na ging denken over wat mijn project voor de vastenperiode zou worden. Sinds een jaar of vijf bedenk ik elke keer iets anders. Het idee is om stil te staan bij ingesleten gewoonten. Veel dingen doe je uit automatisme, maar zou je ook zonder kunnen? De eerste keer snoepte ik zes weken niet, het jaar daarop besloot ik veertig dagen niks te kopen behalve eten – het makkelijkste jaar tot nu toe. Vorig jaar eiste ik duidelijk teveel van mezelf: veertig dagen niet zeuren bleek ondoenlijk.
Dit jaar wordt het dus veertig dagen zonder douche. Wassen doe ik aan de kraan, met alleen koud water. Hoeveel bespaar ik daarmee? Is het goed voor het milieu? Hoe was ik mijn lange haren? En vooral: lukt het om tot aan Pasen okselfris te blijven? Lees volgende week verder.