WEEK 2
Veertig dagen zonder douche
Mijn lichaam went verrassend snel aan koud water, maar mijn hoofd niet. Ik zie zowat sterretjes na het haren wassen.
Genoegredacteur Ilse Ariëns probeert elk jaar in de vastentijd een gewoonte te doorbreken. Dit jaar is dat douchen. Veertig dagen zonder, is dat niet érg onfris? Je leest het hier elke maandag tot aan Pasen.
Sinds twaalf dagen was ik me zoals mijn opa en oma het deden: aan de kraan, met koud water. “Waarom koud water”, vroeg iemand op Facebook. “Je hoeft jezelf niet te straffen toch?” Een beetje gelijk heeft ze natuurlijk wel, want deze tijd van het jaar is het Nederlandse leidingwater akelig koud. 7 graden, volgens mijn thermometer. Maar het gaat bij vasten ook om afzien, vind ik, om het verlaten van je comfort zone. Zolang er miljoenen zijn die bij een tropische ramadan een maand lang overdag geen druppel water drinken, vind ik mijn uitdaging zo extreem nog niet.
Er zijn mensen die zeggen dat kou zelfs goed voor je is. Iceman Wim Hof bijvoorbeeld, die twee uur in een ijsbad kan zitten en in zwembroek over sneeuwbergen rent. Hij propageert koud douchen als middel om controle te krijgen over je immuunsysteem. Het maakt je gezonder. Dat zelfs astronaut Wubbo Ockels door Iceman koud is gaan afdouchen, gaf me vertrouwen. “De oermens wakker maken”, zegt Wubbo. Kijk, zo wordt koud douchen geen straf maar een aantrekkelijke uitdaging.
Ik was me op sommige dagen aan de koude kraan met een washandje. Dat doen meer mensen en is niks bijzonders. Maar na het hardlopen wil ik graag wat meer water en dan neem ik een mandi. Ik ken dat uit Indonesië: met een bakje schep je water uit een grote emmer en dat gooi je over je heen. De eerste keer hapte ik van schrik naar adem. Maar toen dacht ik aan Wubbo: “Kalm blijven en doorademen.” En het werkte: kou went ontzettend snel. Wat me het meest verraste is dat koud water je warm kan maken. Na koud wassen voelt mijn huid niet anders dan na een warme douche.
Maar niet alles met koud water is fijn. Haren wassen, ontdekte ik al snel, is vreselijk. De eerste keer zag ik zowat sterretjes bij het wassen en voelde me licht in mijn hoofd. De tweede keer gebruikte ik geen kraanwater, maar water dat al een dag in de emmer stond. Dat scheelde toch maar weer mooi zes graden. Nog steeds geen feest, maar omdat ik mijn haar niet vaak hoef te wassen, valt ermee te leven.
Of ik er echt gezonder van word, weet ik niet. In ieder geval vóelt het gezond. Komende week ga ik naar de besparing kijken. Wat scheelt het voor mijn portemonnee? En wat voor het milieu?