Een makkelijk en goedkoop appeltaart recept van Annemiek van Deursen.
Er waren wat appeltjes die op moesten. Ik had nog wat margarine, waarmee ik een bros zanddeegje maakte voor appeltaart. Zelfgemaakt en niets wordt weggesmeten…
Nodig
• pakje margarine (op kamertemperatuur)
• 150 gram suiker
• 1 ei
• 250 gram patentbloem
• 1/2 zakje bakpoeder
• zelfrijzend bakmeel
• appels
• rozijnen
• suiker
• kaneel
Deeg maken
Meng in een kom de bloem en het bakpoeder. Margarine samen met het ei en de suiker toevoegen.
Met koele hand kneden. Er mag een eetlepel melk bij en gaandeweg het zelfrijzend bakmeel. Je voelt zelf wel hoeveel er nodig is, totdat het deeg niet meer plakt en stevig is. Het moet een soepel deeg worden dat loslaat van je handen en goed uit te rollen is.
TIP Bros deeg
Ik heb ontdekt dat een combinatie van bloem en bakmeel een bros resultaat geeft, dus minder hard. Voor wenerbodems waar fruit op komt is het een ideaal deegrecept, maar zeker ook voor koekjes en… kruimels voor op de vlaai. Kruimels knippen van zanddeeg gaat prima met de keukenschaar. Of met twee messen snijden langs elkaar.
Vulling
Appeltjes schillen en in stukjes met wat kaneel, suiker en rozijntjes met een eetlepel water in een pannetje drie minuten laten sudderen. Kaneel op… het werden speculaaskruiden en kaneel ging op het boodschappenlijstje.
Deeg uitrollen en een ingevette bakvorm ermee bekleden. Daarop de vulling. In de oven bakken op 175/180 graden. Voorverwarmen hoeft niet en gewoon tot de taartkorst lichtbruin is, want elke oven is anders. Bij mij duurt het meestal 45 minuten, maar mijn oven is snel. Een richtlijn dus.
TIP Kleintje taart bespaart
Een appeltaartje hoeft niet rond te zijn. Een kleine bakvorm in de kleine oven bespaart elektriciteit want de grote oven zet je niet aan voor zo'n minibakje.
We hebben gesmuld van warm appelgebak. De rest ging in porties in de vriezer voor de volgende koffiesessie. Ik piep zo’n stukje dan even op in het minioventje en er kan slagroom bij als we er zin in hebben. Kost allemaal de wereld niet.
Tekst: Annemiek van Deursen