Van kaarsen houd je altijd wel wat over. Vooral de nu zo populaire gekleurde stompkaarsen doven vaak al voordat ze helemaal zijn opgebrand. Zonde van al dat mooie kaarsvet. Maar niet getreurd. Van de restjes maak je met eenvoudige middelen weer nieuwe kaarsen.
Dit heb je nodig om zelf een of meer lange kaarsen te maken:
- Kaarsenlont of een draad dikke katoen
- een pan
- een hoog leeg blik, bijvoorbeeld van aanmaaklimonade
- kaarsresten
Knip een lont van een stuk katoendraad, ca 15 centimeter langer dan je kaars moet worden.
Doe restjes kaarsvet in het blik. Je gaat ze au bain marie smelten. Dat gaat als volgt:
Vul de pan met een laagje water en zet het blik erin. Verwarm het langzaam tot het kaarsvet smelt.
Dompel de lont in de gesmolten was. Om de draad strak en recht te houden, kun je hem aan de onderkant verzwaren, bijvoorbeeld door er een schroef aan te hangen.
Bouw laagje voor laagje de kaars op door telkens opnieuw te dompelen en de was tussendoor te laten drogen.
Als je kaars de gewenste dikte heeft, snijd dan de onderkant recht af.
Gegoten kaars
Je kunt met de gesmolten was ook kaarsen gieten. Mallen hiervoor maak je zelf van een leeg melkpak, een toiletrol of een kartonnen koffiebekertje. Hoe je gegoten kaarsen maakt, lees je hier