Ik was meteen verkocht toen ik in het voorjaar van 2010 op internet het huisje zag dat de Amerikaanse timmerman Jay Shafer voor zichzelf had gebouwd: wat was het mooi dat Tiny House, vernuftig gemaakt en van alle gemakken voorzien. Ik zag mezelf al zitten in zo’n designhutje op de hei. Megaluxe met een minivoetafdruk.
Meteen zocht ik contact met de maker, want zoals het gaat met ongeveer alles waar ik warm voor loop: dit moest in Genoeg! Jay Shafer was lichtelijk verbaasd over die belangstelling uit Nederland voor zijn minihuisproject. ‘Ik wilde graag op een klein oppervlak wonen vanwege het milieu’, vertelde hij me. ‘De eenvoudige levensstijl die me dat heeft opgeleverd, is een luxe waarvoor ik nog steeds dankbaar ben.’ Hij stuurde me welwillend zijn werktekeningen en foto’s toe. Het leverde een mooie fotoreportage op in Genoeg 78 (voorjaar 2010), over riant wonen op acht vierkante meter.
Tiny houses moest je in 2010 in Nederland nog met een lampje zoeken. Hoe anders is dat nu. De tiny house-beweging in Nederland groeit. Gemeenten experimenteren met tiny huurwoningen, om zo meer passend woningaanbod te creëren voor een- en tweepersoonshuishoudens. En de miljoenen Nederlanders die aangeven meer te willen doen met minder (volgens het jaarlijkse leefstijl-onderzoek van Motivaction) vormen een dankbare doelgroep voor de leveranciers van complete tiny houses en bouwpakketten voor de doe-het-lekker-zelvers.
Hoog tijd dus voor Genoeg om in de klein-woonbeweging te duiken. Wat trekt mensen om vrijwillig op luttele vierkante meters te gaan wonen? Wat zijn de voor- en nadelen? En hoe pak je het aan als je zelf tiny wil gaan? Geniet van de verhalen. En van de foto’s van tiny house-bewoners, die Genoeg-fotograaf Roos van der Sanden maakte: ‘Tiny laat zich het beste met een groothoeklens vastleggen.’
Zelf woon ik nog steeds niet tiny, mijn droomhuis van nu herbergt ons aller Genoeg, van keukenkantoor tot zolderarchief. Dat kleine huisje kan nog wel even wachten.
Of je nu voor klein gaat of niet, we wensen je veel inspiratie met dit nummer!
Heleen van der Sanden, hoofdredacteur